Verbindingsinstellingen

De verbindingsinstellingen zijn al ingesteld op de waarden die het meest worden gebruikt. Desgewenst kunt u de waarden wijzigen.

Welke verbindingsinstellingen worden weergegeven, is afhankelijk van uw instellingen bij de onderdelen "Aansluiting", "Bedrijfsmodus" en "Toegangsgegevens".

Overdrachtssnelheid

Voer in de velden "Upstream" en "Downstream" de bij uw abonnement behorende overdrachtssnelheden in. Deze waarden zijn nodig voor het prioriteren van uw netwerkapparaten.

Internetverbinding

Permanent behouden (aanbevolen voor flatrate-tarieven)

Als uw DSL-abonnement geen tijdslimiet heeft, selecteer dan deze instelling. De FRITZ!Box is dan permanent verbonden met internet. Als uw internetprovider de verbinding bijvoorbeeld om de 24 uur verbreekt, dan brengt de FRITZ!Box de verbinding meteen weer tot stand.

Als het tijdstip van het gedwongen verbreken van de internetverbinding door de internetprovider ongunstig is, dan kunt u het gedwongen verbreken van de internetverbinding uitstellen tot een gunstiger tijdstip. Activeer daarvoor de instelling "Gedwongen verbreking door de provider verplaatsen naar de tijd tussen". Selecteer vervolgens een periode in de vervolgkeuzelijst.

Bij inactiviteit loskoppelen (aanbevolen voor tijd- of volumetarieven)

Als uw DSL-abonnement een tijdslimiet heeft, moet de internetverbinding worden verbroken als er geen gegevens worden uitgewisseld met het internet. Zo kunt u onlinekosten besparen. Selecteer hiervoor de instelling "Automatisch verbreken na" en voer in na hoeveel tijd de verbinding moet worden verbroken. De internetverbinding wordt nu automatisch verbroken als geen van de aangesloten computers gegevens van het internet opvraagt.

VLAN-instellingen

In een enkel geval is het gebruik van een VLAN-ID nodig. Uw internetprovider informeert u over de noodzaak. Van uw internetprovider krijgt u ook de VLAN-ID.

DSL-ATM-instellingen

Hier kunt u gegevens invoeren met betrekking tot de gebruikte ATM-instellingen van uw DSL-aansluiting.

Hier moet u alleen wijzigingen aanbrengen als de ATM-instellingen afwijken van de ingestelde waarden en niet automatisch worden herkend. Onjuiste wijzigingen van de instellingen zorgen ervoor dat de internetverbinding van de FRITZ!Box niet meer werkt.

U kunt de volgende instellingen uitvoeren:

Automatisch herkennen

Als deze instelling is geactiveerd, worden de ATM-instellingen van uw DSL-aansluiting automatisch door de FRITZ!Box herkend.

Handmatig vastleggen

Als de ATM-instellingen handmatig moeten worden ingesteld, activeert u deze optie. De benodigde waarden krijgt u van uw DSL-provider.

Overdrachtssnelheid

Voer in de velden "Upstream" en "Downstream" de bij uw abonnement behorende overdrachtssnelheden in. Deze waarden zijn nodig voor het prioriteren van uw netwerkapparaten.

VLAN-instellingen

In een enkel geval is het gebruik van een VLAN-ID noodzakelijk. Uw internetaanbieder laat u weten of dit noodzakelijk is. De VLAN-ID krijgt u van uw internetaanbieder.

IP-instellingen

De IP-instellingen ontvangt u van de DSL-provider.

IP-adres automatisch via DHCP laten toewijzen

Als uw DSL-aanbieder u heeft geïnformeerd dat u uw lP-instellingen automatisch via DHCP ontvangt, selecteert u deze instelling. Als u ook een DHCP-hostnaam hebt ontvangen, dan voert u deze naam in het veld "DHCP-hostnaam" in. Laat het veld "DHCP-hostnaam" leeg als u geen DHCP-hostnaam hebt ontvangen.

IP-adres handmatig vastleggen

Selecteer deze instelling als uw DSL-provider u vaste IP-instellingen heeft gegeven. Voer de IP-instellingen in de daarvoor bestemde velden in.