Beveiliging
WiFi / Veiligheid / Versleuteling (of: "Wireless / Security / Encryption")
WPA-versleuteling is op dit moment de veiligste versleutelingsmethode voor uw WiFi-netwerk en dient bij voorkeur te worden gebruikt. Gebruik alleen een andere versleutelingsmethode als de door u gebruikte WiFi-apparaten geen WPA-versleuteling ondersteunen.
WPA-versleuteling
WPA-modus
De instelling "WPA + WPA2" gebruikt automatisch de meest geschikte WPA-modus voor uw verbindingen. In sommige gevallen kan het echter nodig zijn om de WPA-modus specifiek in te stellen voor de gebruikte WiFi-apparaten en over te schakelen naar "WPA 2 (CCMP)".
WiFi-netwerksleutel
- Voer in dit veld de WiFi-netwerksleutel in waarmee de WiFi-verbindingen worden beveiligd.
- De WiFi-netwerksleutel moet tussen de 8 en 63 tekens lang zijn. Om veiligheidsredenen moet de WiFi-netwerksleutel ten minste 20 tekens lang zijn. Houd bij het instellen van het wachtwoord ook rekening met de lijst met toegestane tekens.
- Klik op de knop "Toepassen" om de instellingen op te slaan.
Het venster "Instellingen voor WiFi-beveiliging" wordt geopend. Hier vindt u een overzicht van alle gegevens die u nodig hebt voor de WiFi-instellingen in het WiFi-apparaat. U kunt deze instellingen afdrukken.
De hier toegewezen WiFi-netwerksleutel moet u ook invoeren in de WiFi-instellingen van de WiFi-adapter.
Andere beveiligingsinstellingen
WiFi-toegang beperken
Met deze opties bepaalt u welke WiFi-apparaten verbinding mogen maken met de FRITZ!Box:
Optie | Toegelaten apparaten |
---|---|
Alle nieuwe WiFi-apparaten toelaten |
|
WiFi-toegang tot bekende WiFi-apparaten beperken |
Nieuwe WiFi-apparaten kunt u met de knop "WiFi-apparaat toevoegen" bekend maken met de FRITZ!Box. |
De optie "Wi-Fi-toegang beperken tot bekende WiFi-apparaten" biedt onvoldoende bescherming tegen ongewenste toegang tot uw WiFi-netwerk. Voor een effectieve beveiliging van het WiFi-netwerk activeert u de WPA-versleuteling.