Gebruik van de VPN-verbinding alleen voor bepaalde apparaten toestaan

In een VPN-verbinding tussen uw thuisnetwerk en een ander netwerk (LAN-LAN-koppeling en bedrijfs-VPN-verbinding) mogen standaard alle apparaten de VPN-verbinding gebruiken. Dat kunt u wijzigen. U kunt voor bepaalde apparaten de VPN-verbinding verbieden.

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Internet".
  2. Klik op "Toegang verlenen".
  3. Selecteer het tabblad "VPN".
  4. Selecteer in de lijst "VPN-verbindingen tussen de FRITZ!Box en andere netwerken" de VPN-verbinding waarvan u de instelling wilt wijzigen.
  5. Klik op de knop voor het wijzigen van de VPN-configuratie.
  6. Klik op de pagina "VPN-verbinding" op "Geavanceerde instellingen voor het netwerkverkeer".
  7. Activeer de instelling "Alleen bepaalde apparaten gebruiken de VPN-verbinding".
  8. Deactiveer in de tabel alle apparaten die de VPN-verbinding niet mogen gebruiken. Klik in de kolom "Actief" op het vinkje.
  9. Klik op "OK".