Gebruik van de VPN-verbinding alleen voor bepaalde apparaten toestaan
In een VPN-verbinding tussen uw thuisnetwerk en een ander netwerk (LAN-LAN-koppeling en bedrijfs-VPN-verbinding) mogen standaard alle apparaten de VPN-verbinding gebruiken. Dat kunt u wijzigen. U kunt voor bepaalde apparaten de VPN-verbinding verbieden.
- Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Internet".
- Klik op "Toegang verlenen".
- Selecteer het tabblad "VPN".
- Selecteer in de lijst "VPN-verbindingen tussen de FRITZ!Box en andere netwerken" de VPN-verbinding waarvan u de instelling wilt wijzigen.
- Klik op de knop voor het wijzigen van de VPN-configuratie.
- Klik op de pagina "VPN-verbinding" op "Geavanceerde instellingen voor het netwerkverkeer".
- Activeer de instelling "Alleen bepaalde apparaten gebruiken de VPN-verbinding".
- Deactiveer in de tabel alle apparaten die de VPN-verbinding niet mogen gebruiken. Klik in de kolom "Actief" op het vinkje.
- Klik op "OK".