Tips voor betere powerlineverbindingen

FRITZ!Powerline-apparaten optimaal aansluiten

• Steek de FRITZ!Powerline-apparaten rechtstreeks in wandcontactdozen. Gebruik geen verlengsnoeren of stekkerdozen.
• Test uw FRITZ!Powerline-apparaten in andere wandcontactdozen.
• Verklein de afstand tussen de FRITZ!Powerline-apparaten.
• Vermijd powerlineverbindingen via verschillende stroomgroepen, zekeringskasten dimmers en aardlekschakelaars.

Aanwijzing:Optimaliseer de kwaliteit van uw powerlinenetwerk met het programma AVM FRITZ!Powerline dat u kunt downloaden op avm.de/powerline.

Interferentiebronnen uitschakelen

• Controleer of andere elektrische apparaten interferentie veroorzaken. Koppel daarvoor andere apparaten bij wijze van test los van het stroomnet. Veel voorkomende interferentiebronnen zijn bijvoorbeeld in werking zijnde schakelende voedingen, dimmers, halogeensystemen, koelkasten en diepvriezers, wasdrogers, wasmachines en elektrische pompen.
• Plaats VDSL-kabels op een afstand van ten minste 10 cm van de elektriciteitskabels en contactdozen.

Stekkerdozen

Als het gebruik van een stekkerdoos niet kan worden vermeden:

• Gebruik een stekkerdoos zonder overspanningsbeveiliging. Als het absoluut noodzakelijk is om een stekkerdoos te gebruiken, moet de overspanningsbeveiliging zich achter het powerline-apparaat bevinden.
• Sluit zo min mogelijk apparaten aan op de stekkerdoos.
• Sluit uw powerline-apparaat aan op het voorste stopcontact, meteen bij de kabel.