Beveiliging

Wi-Fi / Beveiliging / Versleuteling

Onder "Wi-Fi / Beveiliging" kunt u instellingen voor de beveiliging in het Wi-Fi-netwerk configureren, bijvoorbeeld een WPA-modus selecteren of een nieuwe Wi-Fi-netwerksleutel instellen.

WPA-versleuteling

WPA-modus

WPA (Wi-Fi Protected Access) is een standaard voor versleuteling en authenticatie in Wi-Fi-netwerken. De modus WPA3 biedt de beste beveiliging, deze wordt echter op veel Wi-Fi-apparaten nog niet ondersteund.

WPA-modusFunctie
WPA2 (CCMP)

De FRITZ!Box gebruikt bij alle Wi-Fi-apparaten WPA2.

Verbindingen met Wi-Fi-apparaten met WPA3 zijn mogelijk (WPA3 is achterwaarts compatibel). Verbindingen met oudere apparaten zonder WPA2 zijn niet mogelijk.

WPA2+WPA3 Als een Wi-Fi-apparaat WPA3 ondersteunt, dan gebruikt de FRITZ!Box WPA3. Bij alle andere apparaten gebruikt de FRITZ!Box WPA2.
WPA+WPA2 Activeer deze modus als u nog oudere Wi-Fi-apparaten zonder WPA2 gebruikt. Als een Wi-Fi-apparaat WPA2 niet ondersteunt, dan gebruikt de FRITZ!Box in dat geval WPA. Bij alle andere apparaten gebruikt de FRITZ!Box WPA2.

Instructies: WPA2 + WPA3 activeren

Zie FRITZ!Box voor Wi-Fi-verbindingen met WPA3 instellen.

Instructies: WPA2 (CCM) of WPA + WPA2 activeren

  1. Selecteer de gewenste WPA-modus.
  2. Klik op "Toepassen".

Wi-Fi-netwerksleutel

De Wi-Fi-netwerksleutel (Wi-Fi-wachtwoord) moet tussen de 8 en 63 tekens lang zijn. Wij raden een lengte aan van ten minste 20 tekens uit de lijst met toegestane tekens.

Andere beveiligingsinstellingen

AVM Stick & Surf

U kunt "AVM Stick & Surf" gebruiken in combinatie met een FRITZ!WLAN Stick. Als u "AVM Stick & Surf" activeert, dan kunt Wi-Fi-verbindingen met de FRITZ!Box tot stand brengen zonder gegevens op de computer in te voeren.

  1. Steek de FRITZ!WLAN Stick in de USB-poort van de FRITZ!Box.

    De led "Info" van de FRITZ!Box begint te knipperen.

  2. Wacht tot de led stopt met knipperen.
  3. Trek de FRITZ!WLAN Stick uit de FRITZ!Box en steek de stick in een USB-poort van de computer.

De Wi-Fi-netwerksleutel van de FRITZ!Box wordt overgedragen naar de computer en de Wi-Fi-verbinding met de FRITZ!Box wordt automatisch tot stand gebracht.

Ondersteuning voor beveiligd aanmelden van Wi-Fi-apparaten (PMF)

PMF (Protected Management Frames) is een beveiligingskenmerk voor Wi-Fi-verbindingen en gestandaardiseerd volgens IEEE 802.11w-2009. PMF wordt niet ondersteund door enkele oudere Wi-Fi-apparaten (Wi-Fi 4, 802.11n).

  1. Deactiveer de instelling als er problemen zijn bij het aanmelden van oudere Wi-Fi-apparaten.

Wi-Fi-toegang beperken (MAC-adresfilter)

U kunt de Wi-Fi-toegang tot de FRITZ!Box beperken tot apparaten die al bij de FRITZ!Box bekend zijn. Activeer daarvoor de MAC-adresfilter. Als de MAC-adresfilter is geactiveerd, dan moeten nieuwe Wi-Fi-apparaten éérst bekend worden gemaakt bij de FRITZ!Box, voordat deze zich kunnen aanmelden bij de FRITZ!Box.

Belangrijk:De MAC-adresfilter biedt onvoldoende bescherming tegen ongewenste toegang tot uw Wi-Fi-netwerk. Voor een effectieve beveiliging van het Wi-Fi-netwerk activeert u de WPA-versleuteling.

Voorwaarden

Als de MAC-adresfilter is geactiveerd, dan gelden de volgende voorwaarden voor Wi-Fi-apparaten met Android of Windows:

  • vanaf Android 10: wanneer het Wi-Fi-apparaat toevallige MAC-adressen ondersteunt, dan moet de functie "Willekeurig MAC-adres gebruiken" zijn uitgeschakeld voor het Wi-Fi-netwerk van de FRITZ!Box.

    Zie in Android "Instellingen / Netwerk & Internet / Wifi".

  • vanaf Windows 10: de functie "Willekeurige hardwareadressen" moet in Windows zijn uitgeschakeld voor het Wi-Fi-netwerk van de FRITZ!Box.

    Zie in Windows "Instellingen / Netwerk en internet / Wi-Fi" en "Instellingen / Netwerk en Internet / Wi-Fi / Bekende netwerken beheren".

Instructies: MAC-adresfilter in FRITZ!Box activeren

  1. Selecteer in de gebruikersinterface "Wi-Fi / Beveiliging".
  2. Schakel onder "Wi-Fi-toegang beperken" de optie "Wi-Fi-toegang tot bekende Wi-Fi-apparaten beperken" in.
  3. Klik op "Toepassen".

Instructies: nieuw Wi-Fi-apparaat met FRITZ!Box bekend maken (als de MAC-adresfilter is geactiveerd)

  1. Selecteer in de gebruikersinterface "Wi-Fi / Beveiliging".
  2. Klik op "Wi-Fi-apparaat toevoegen".
  3. Voer het MAC-adres van het Wi-Fi-apparaat in.
  4. Klik op "Toepassen".